Aardpeer/ Helianthus tuberosus

Aardperen zijn één van mijn favorieten in de tuin, ze worden ook wel topinamboer of Jeruzalemartisjok genoemd. Ze hebben namelijk prachtige hoge bloemen die lijken op zonnebloemen maar dan is de bloem iets kleiner. Houd er rekening mee dat de bloemen 1,5 tot 3 meter hoog worden. Ik plant ze daarom aan als tijdelijke haag. Het is een makkelijke plant, maar pas op dat de aardpeer niet gaat woekeren in de tuin. Graaf ze in de winter op en plant een deel van de oogst weer terug zodat je het jaar erop weer nieuwe aardperen hebt. Je eet dus de knollen van de plant die er een beetje uitzien als gemberwortel. De smaak is heel zacht, romig en verfijnt. Ik maak altijd aardperensoep met kerst. Onder de grond zijn de aardperen het beste houdbaar. 

Recept voor aardperensoep

1 kg aardperen, het sap van halve citroen, 3 eetl. olijfolie, 2 sjarlotten, gesnipperd, 200 ml witte wijn, 800 ml kippen- of groentebouillon, 125 ml slagroom, 1 pastinaak, 25 gram roomboter, 150 gram gemengde bospaddestoelen, in repen gescheurd, peper uit de molen en zout

Schil de topinamboer, snijd ze in gelijke stukken en schep het citroensap erdoor om verkleuren te voorkomen. Verwarm wat olie in een ruime pan. Fruit de sjalotten glazig, voeg de topinamboer toe, bak die even mee en blus af met de witte wijn. Laat hem iets inkoken en giet dan de bouillon erbij.

Laat 20 minuten op laag vuur koken tot de topinamboer gaar is. Pureer de soep met een staafmixer tot hij helemaal glad is. Giet de room erbij en roer goed door. Schil de pastinaak en snijd hem in dunne schijfjes. Verhit de boter en de overgebleven olijfolie in een pan met antiaanbaklaag en bak de pastinaakplakjes

en de reepjes paddestoel snel aan beide zijden knapperig. Maal er ruim peper en zout boven. Schep de soep in kommen, verdeel de gebakken pastinaak en paddestoel erop.